Gezondheid

Zoals bij elk dier en/of elk kattenras komen er ook bij de Devon Rex erfelijke aandoeningen voor. Binnen onze cattery proberen wij, door selectief fokken, toegestane raskruisingen en het testen op de binnen het ras voorkomende erfelijke aandoeningen (voor zover er testen beschikbaar zijn), dit zo goed als mogelijk te voorkomen.

Besmettelijke ziekten

FIV/FeLV
Via vele rasverenigingen in NL is het verplicht om katten te testen op FIV en FeLV alvorens zij voor de fok ingezet mogen worden. Uitzonderingen zijn katten die geboren zijn in de cattery (in het geval van een dekkater geld dit zolang deze geen poezen dekt die niet in de cattery wonen doet).
FIV en FeLV zijn besmettelijke ziekten, die vooral opgelopen worden door katten die buiten komen en daar met andere (besmette) katten vechten. Ook tijdens een dekking kunnen katten elkaar besmetten vandaar dat er getest wordt om deze nare ziekten te voorkomen.
FIV oftewel kattenaids wordt veroorzaakt door een virus dat verwant is aan het HIV virus bij de mens dat AIDS veroorzaakt. FIV wordt daarom ook wel kattenaids genoemd. FIV kan alleen de kat besmetten en niet de mens.
FeLV is een virusziekte met een dodelijke afloop. Het virus kan leukemie (tumoren van de witte bloedcellen) veroorzaken, maar dit is niet de ziekte die het meeste optreedt na infectie. Het virus tast namelijk het immuunsysteem van de kat aan (immunosuppressie) waardoor ze gevoeliger zijn voor infecties. Het ziektebeeld van FeLV wordt daardoor vooral veroorzaakt door secundaire infecties.


Erfelijke aandoeningen

HCM
HCM is een ziekte aan de hartspier die uiteindelijk lijd tot hartfalen. Het komt bij alle katten voor (ras en huiskatten) maar wordt vaker gezien bij rassen zoals Maine Coon, Ragdoll, Sphynx en Brits Korthaar. Bij deze rassen wordt er ook al langer getest d.m.v echografisch onderzoek. Ook bij de devon rex komt HCM weleens voor en is het belangrijk om hierop te testen. Helaas geeft een negatieve echo geen uitsluitsel dat de kat nooit HCM zal ontwikkelen, maar vertelt wel dat de kat op dat moment vrij is bevonden. Pas na generaties lang getest te hebben zul je een wat beter beeld hebben of er in een bepaalde lijn (meer) HCM voorkomt in vergelijking met een andere lijn. Door de kat meerdere keren te testen (jaarlijks of tweejaarlijks bijv.) kun je zien of de hartspier groeit of gelijk blijft, meerdere testen zijn dus enorm belangrijk. Dieren die op jongere leeftijd al HCM blijken te hebben kunnen in ieder geval uitgesloten worden voor de fok. Met een hartecho kunnen ook andere hartaandoeningen opgespoort worden. 

Let op: DNA testen op HCM zijn niet gevalideerd voor de Devon Rex!

PKD
PKD is de afkorting voor Polycystic Kidney Disease. Het is een erfelijke aandoening die bij katten voorkomt. Katten met PKD hebben in beide nieren meerdere cystes (= met vocht gevulde holtes). Zowel het aantal cystes als de omvang van de cystes zal toenemen met het ouder worden van de kat. (De grootte kan varieren van enkele mm's tot enkele cm's). Deze cystes verdrukken het gezonde nierweefsel waardoor de nierfunctie minder zal worden. Je kunt het vergelijken met een ballon die langzaam opgeblazen wordt en door het groter worden het nierweefsel daaromheen verdrukt. Uiteindelijk zal er chronisch nierfalen optreden.
PKD vererft dominant, hierdoor kun je uit 2 katten die vrij zijn van PKD ook geen kittens met PKD krijgen (Let wel het betreft hier het PKD1 gen een andere vorm van nierfalen kan niet altijd uitgesloten worden). D.m.v. testen via een echografisch onderzoek kun je zien of een kat wel of geen lijder is aan PKD. Lijders dienen uiteraard uitgesloten te worden van de fok. Ook PKD wordt nog weleens gezien bij de Devon rex, vermoedelijk doordat het ras is opgebouwd uit verschillende rassen waaronder de Pers en Brits Korthaar, waar PKD wel vaker voorkomt (en met name in het verleden).
Er is ook een PKD1-DNA test beschikbaar, deze is alleen niet gevalideerd voor de Devon rex, al ben ik zelf van mening dat het ons wel meer informatie zou kunnen geven omdat bij verschillende Devon rexen al is gebleken dat het gen wel gedetecteerd werd. Zeker gezien het feit dat er nog vrij veel Devon rexen zijn die een uitkruising met Pers/Brit in de eerste 5 generaties van de stamboom hebben en de test wel gevalideerd is voor deze rassen.

Patella Luxatie
Bij de Devon rex wordt Patella Luxatie (PL) toch wel geregeld gezien en het is zeker aan te raden hierop te testen. Patella Luxatie wil zeggen dat de knieschijf (Patella) van een kat op een verkeerde manier speling heeft. Het is dan mogelijk om deze zijdelings te ver van zijn plaats te drukken. Als PL heel sterk aanwezig is dan kan de knieschijf niet meer zelfstandig terugkeren. PL kan op verschillende niveaus voorkomen en wordt voor katten meestal aangegeven met 'vrij' (niet aanwezig) of 'overgangsvorm' (in zeer lichte mate aanwezig) of de cijfers 1 t/m 3 variërend van licht tot heel zwaar.
Bij PL zijn er meerdere oorzaken mogelijk zoals erfelijke aanleg waardoor de bot-vorm bij het kniegewricht niet goed is, trauma, het veelvuldig op een verkeerde manier van bewegen van de betreffende kat (te vaak te hoog springen enz) of bijvoorbeeld een (nog) te zwakke bespiering. Dat laatste is soms het geval bij jonge dieren en een test die voor 18 maanden is afgenomen kan daardoor een lichte vorm van PL als uitslag hebben. Zo’n dier moet je niet afschrijven maar eerst opnieuw laten testen als het een jaar of twee is. In een aantal gevallen is er dan geen sprake van PL meer.
Operaties bij PL hebben nogal eens minder prettige consequenties en moeten dus eigenlijk alléén plaats vinden als het dier ernstige problemen door de PL ondervindt! Er moet dus echt een gedegen reden zijn om dat te gaan doen. Maar er is helaas niet altijd aan te ontkomen....
Als bij een dier PL wordt geconstateerd is het soms een goede zaak om een 'second opinion' te laten maken door een andere Orthopedisch specialist of gespecialiseerde dierenarts.
Met dieren die uiteindelijk op de leeftijd van minimaal 2 jaar ook na een second opinion in klasse 1, 2 of 3 vallen dient niet gefokt te worden.
Met dieren die aangeduid zijn als 'overgangsvorm' kan voorzichtig gefokt worden met partners die vrij getest zijn. Op dit punt is er echter wel de nodige discussie.
(bron: Rasclub SAN, Somalie Abessijn Nederland)

CMS (Congenital Myosthenic Syndrome) 
Voorheen werd dit pasticiteit of erfelijke myopathie genoemd.
CMS is een aandoening die spierverlamming veroorzaakt en in de jaren '80/'90 veel voorkwam bij de Devon Rex alsook bij de Sphynx (dankzij uitkruisingen met de Devon Rex). Het blijkt om een recessief gen te gaan die autosomaal overerft.

In het verleden zijn er veel testparingen gedaan om dragers uit te sluiten. Inmiddels hoor je nog nauwelijk iets over “spasticiteit” en lijkt het te zijn verdwenen. Toch moet men er rekening mee houden dat er nog steeds dragers bestaan en het alleen maar een kwestie van tijd kan zijn dat 2 dragers elkaar treffen.
Gelukkig is er sinds kort een DNA test beschikbaar, hier kun je er meer over lezen.

Symptomen beginnen zich meestal voor te doen op een leeftijd tussen 2 en 25 weken.
Enkele symptomen zijn spierproblemen in hoofd en nek, moeite met eten en slomer zijn dan de rest (niet actief meespelen). Aangedane kittens lijken lang en dun van type en komen slecht aan.
Het lopen gaat met stijve achterpoten. De meeste kittens overlijden door verstikking. Dit is maar een klein deeltje uit een lange lijst met mogelijke symptomen, meer hierover kun je lezen in het artikel Spasticiteit bij Devon Rex en Sphynx, oorspronkelijk geschreven door Pam Dowling uit Nieuw Zeeland. Zij heeft zich altijd ingezet voor het ras en de gezondheid van de Devon Rexen.

Nog wat meer info is te vinden op de volgende website (Engelstalig):

- Een filmpje op you tube van een kat (geen Devon Rex) met duidelijk CMS